Echografie
EXRET brengt je blessure in beeld
Bij EXRET maken we gebruik van musculoskeletale echografie. Dit is een vorm van echografie waarbij met echobeelden botten, gewrichtsbanden, pezen en spieren in kaart gebracht kunnen worden. Met echografie kunnen we dus letterlijk in het lichaam kijken. Dit is in het bijzonder waardevol bij klimvingers, schouderklachten en (langdurige) peesontstekingen.
Echografie maakt gebruik van geluidsgolven. De probe stuurt geluidsgoven uit die het lichaam in gaan en door de verschillende weefsels worden teruggekaatst. Het is dus letterlijk een echo. De probe vangt deze geluidsgolven vervolgens weer op, waarna de computer er een beeld van maakt in de vorm van verschillende grijstinten. Al het weefsel dat het geluid goed kan weerkaatsen noemen we hyperechogeen en zien we als wit op het beeld. Dit is bijvoorbeeld bot. Alles waar het geluid goed doorheen gaat, oftewel hypoechogeen, zoals vocht, zien we als zwart of donker op het beeld. Pezen hebben een grijstint en spieren zijn weer iets donkerder. Om ruis te voorkomen maken we gebruik van een gel zodat de probe goed contact kan maken met de huid. De beoordeling van het echografisch onderzoek vindt direct tijdens het consult plaats. De beelden worden in de vorm van foto’s en filmpjes vastgelegd en bewaard, zodat we deze gegevens bij een vervolgonderzoek kunnen vergelijken.
Echografisch onderzoek is snel, gemakkelijk en pijnloos. Er wordt geen gebruik gemaakt van straling zoals bij een röntgenfoto of CT-scan. Bovendien kunnen we bewegende beelden maken. Het voordeel hiervan is dat echografie dynamisch kan worden uitgevoerd, dus tijdens de (pijnlijke) beweging. Hierdoor kunnen we zien hoe het weefsel functioneert. Het is dus geen stilstaand beeld zoals bij een röntgenfoto of MRI-scan.
Echografie voor vingers
Bij EXRET zien we veel klimvingers, ook wel pulleyletsel genoemd. Hierbij is er sprake van een gescheurd ringbandje. Maar ook ontsteking of verrekking van de ringbandjes komt veel voor. Dit letsel kan ontstaan door overbelasting of schokbelasting van de vingers tijdens het klimmen. De vingers in het bijzonder bevatten veel kleine structuren die veel effect op elkaar hebben, waardoor klinische testen op zichzelf vaak onvoldoende betrouwbaar zijn. Echografie geeft de therapeut echter zeer specifieke informatie over het letsel, waardoor de juiste diagnose gesteld kan worden en het behandelplan kan worden aangepast op jou specifieke situatie.
Echografie is voor klimmers extra belangrijk
Een specifieke diagnose voor het type vingerblessure is van bijzonder belang voor klimmers aangezien er tijdens het klimmen belasting van de vinger gevraagd wordt die in geen enkele andere sport benaderd wordt. Met echografie kunnen we bij voorbeeld zien of het om een A2 Of A4-pulleyletsel gaat. Door het letsel in beeld te brengen krijgen we inzicht in de ernst van de klacht. Zo kunnen we zien of het alleen om een verrekking of ontsteking gaat of dat de pulley gedeeltelijk of volledig geruptureerd is. Daarnaast kunnen we met echografie onderscheid maken tussen verschillende soorten peesletsels, zoals tenosynovitis (peesontsteking in de peesschede) of tendinopathie (peesontsteking in de pees zelf). Deze blessures lijken klinisch erg veel op elkaar, maar hebben wel degelijk een andere prognose en behandeling.
Schouderklachten en echografie
Daarnaast wordt echografie bij EXRET gebruikt voor de diagnose van schouderklachten. Door het labrum in beeld te brengen kunnen we bijvoorbeeld de stabiliteit van de schouder beoordelen. Ook kunnen we de ernst van de schouderklacht vaststellen. Zo kunnen we zien of er sprake is van een peesontsteking of een gedeeltelijke ruptuur van de pees.
Hoe echografie bij aanhoudende peesontsteking nuttig is
Ook bij aanhoudende peesontstekingen zoals een achillespeesontsteking is echografie erg nuttig, omdat we hiermee kunnen zien of er kalk in de pees zit en hoe gezwollen de pees is. Met echografie kunnen we heel precies meten. Hierdoor kunnen we de vooruitgang van de behandeling nauwkeurig volgen. Omdat de techniek ongevaarlijk is kan het onderzoek zo vaak als nodig herhaald worden.